1. CONTRACTINHOUD, MODELLEN

  • 1.1 De overeenkomst heeft uitsluitend betrekking op de huur van een voertuig.
  • 1.2 Reserveringen en boekingen zijn over het algemeen alleen geldig voor voertuigcategorieën, niet voor specifieke voertuigtypen. In categorie worden voertuigen van verschillende fabrikanten en verschillende modellen opgesomd, die verschillen in hun constructie, de afmetingen, in het bijzonder de bedindeling en het aantal bedden. Tenzij schriftelijk overeengekomen worden naast de respectieve basisuitrusting geen verdere uitrustingskenmerken gegarandeerd.

2. MINIMUMLEEFTIJD, RIJBEWIJS, IN AANMERKING KOMENDE BESTUURDERS

  • 2.1 Een minimumleeftijd van 21 jaar is vereist voor het huren en besturen van het huurobject. Voor voertuigen van meer dan 3,5 ton is de minimumleeftijd 25 jaar. Zowel de Huurder als alle bestuurders moeten in het bezit zijn van een rijbewijs dat nodig is om het gehuurde voertuig te besturen en dat geldig is in Duitsland. Er wordt uitdrukkelijk op gewezen dat voertuigen in de categorieën “Gedeeltelijk geïntegreerde luxe”, “Volledig geïntegreerde luxe” en “Volledig geïntegreerde premium” een totaalgewicht van meer dan 3,5 ton hebben en dat voor het besturen van deze voertuigen een rijbewijs (minimaal klasse C1) vereist is. Om veiligheidsredenen moeten houders van een rijbewijs klasse B de verhuurder informeren over de technisch toelaatbare totale massa van het door de Huurder gehuurde voertuig.
  • 2.2 Alvorens het voertuig over te dragen, moet de Huurder zijn geldig rijbewijs en een geldige identiteitskaart/paspoort voorleggen. paspoort. Er wordt op gewezen dat het tonen van een internationaal rijbewijs (bijv. voor niet-onderdanen van EU-lidstaten) kan worden geëist door de verhuurder of door officiële autoriteiten van het land. Als de overname van het voertuig vertraging oploopt door het ontbreken van deze documenten, is dit voor rekening van de huurder. Als een rijbewijs niet kan worden voorgelegd op het moment van de huur, wordt het voertuig geacht niet te zijn afgehaald. In dit geval zijn de annuleringsvoorwaarden van toepassing (zie 4.2).
  • 2.3 Het voertuig mag alleen worden bestuurd door de Huurder zelf en door personen die door hem zijn aangewezen en die voldoen aan de onder 2.1 genoemde voorwaarden.
  • 2.4 Huurder is verplicht de namen en adressen te noteren van alle bestuurders aan wie hij het voertuig, ook tijdelijk, overdraagt, en deze op verzoek aan Verhuurder te overhandigen. De Huurder is verantwoordelijk voor de handelingen van de bestuurder alsof het zijn eigen handelingen zijn.

3. HUURPRIJZEN

  • 3.1 De huurprijzen zijn in het algemeen gebaseerd op de prijslijst van de verhuurder die geldig is op het moment van het sluiten van de overeenkomst. De minimale huurperiode is 7 dagen, tenzij anders overeengekomen. Individuele afspraken dienen schriftelijk te worden vastgelegd: Indien de verhuurder een aanbieding doet met minder huurdagen, wordt dit geacht schriftelijk te zijn vastgelegd. Van toepassing zijn de prijzen van het seizoen zoals vermeld in de prijslijst waarin de geboekte huurperiode valt. Per huurperiode wordt eenmalig een servicetoeslag in rekening gebracht, waarvan de hoogte eveneens is terug te vinden in de op het moment van totstandkoming van de overeenkomst geldende prijslijst van Verhuurder.
  • 3.2 De respectievelijke huurprijzen zijn inclusief: Een vast kilometertarief van 250 km/dag, vanaf 14 dagen alle kilometers; een verzekeringsdekking die overeenkomt met het basisprincipe van de omniumverzekering; mobiliteitsgarantie van de voertuigfabrikant, indien van toepassing. Extra gereden kilometers worden aangerekend volgens de geldende prijslijst.
  • 3.3 De dagtarieven worden voor de helft berekend voor de ophaaldag en voor de helft voor de terugbrengdag. De huurperiode begint met de overeengekomen terbeschikkingstelling van het voertuig door de Huurder aan het verhuurstation en eindigt met de teruggave van het voertuig door het personeel van het verhuurstation.
  • 3.4 Indien het voertuig na het schriftelijk overeengekomen tijdstip wordt ingeleverd, brengt Verhuurder € 20 per uur of gedeelte daarvan in rekening (maar niet meer dan het corresponderende totale dagtarief voor elke dag vertraging). Kosten die worden gemaakt door een volgende Huurder of een andere persoon die vorderingen instelt tegen de Verhuurder als gevolg van het te laat ophalen van het voertuig waarvoor de Huurder verantwoordelijk is, zijn voor rekening van de Huurder.
  • 3.5 Indien het voertuig vóór het verstrijken van de overeengekomen huurperiode wordt ingeleverd, moet de volledige contractueel overeengekomen huurprijs worden betaald, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
  • 3.6 Het voertuig wordt overhandigd met een volle tank en moet met een volle tank worden ingeleverd. Anders zal het Verhuurbedrijf de kosten voor diesel en/of AdBlue in rekening brengen volgens de afspraak met een naastgelegen tankstation, evenals 10€ kosten. Brandstof- en bedrijfskosten (inclusief Ad-Blue) tijdens de huurperiode zijn voor rekening van de huurder.

4. RESERVEREN EN OMBOEKEN

  • 4.1 Reserveringen zijn alleen bindend na bevestiging door het verhuurbedrijf en alleen voor voertuigcategorieën, niet voor voertuigtypen. Dit geldt ook als een specifiek voertuigtype als voorbeeld wordt gegeven in de beschrijving van de voertuigcategorie. De verhuurder behoudt zich het recht voor om de huurder om te boeken voor een voertuig van gelijke of hogere waarde.
  • 4.2 Om de reservering te bevestigen moet een aanbetaling van € 200,00 worden gedaan. Na ontvangst van de betaling ontvangt de Huurder een reserveringsbevestiging. De reservering is dan pas bindend voor beide partijen. Als de huurder de in de offerte vermelde periode overschrijdt, is de verhuurder niet langer gebonden aan de reservering. Bij annulering van de bindende reservering op initiatief van de huurder zijn de volgende annuleringskosten verschuldigd: tot 60 dagen voor aanvang van de huurperiode is 15% van de totale huursom verschuldigd. Tussen 59 en 30 dagen voor het begin van de huurperiode 30% van de huurprijs, tussen 29 en 15 dagen voor het begin van de huurperiode 50% van de huurprijs, minder dan 15 dagen voor het begin van de huurperiode 80% van de huurprijs, en op de dag van verhuur of in geval van niet-aanvaarding 95% van de huurprijs.
  • 4.3 De aan de Huurder bevestigde reservering kan vanaf de dag van de reservering tot uiterlijk 60 dagen voor de overeengekomen aanvang van de huurperiode worden omgeboekt, mits elders bij de Verhuurder vrije capaciteit beschikbaar is en de gewenste alternatieve boeking qua omvang overeenkomt met de eerste. Omboekingen zijn alleen mogelijk in hetzelfde jaar. Bij een nieuwe omboeking of annulering geldt de eerste huurdag van de oorspronkelijke boeking als basis voor de berekening van de vergoedingen.

5. BETALINGSVOORWAARDEN

  • 5.1 Betaling kan worden gedaan met een EC-kaart in een van onze filialen, maar ook per bankoverschrijving. Contante betaling wordt niet geaccepteerd.
  • 5.2 Na voltooiing van de boeking met een aanbetaling van € 200, moet de volledige huurprijs ten minste 14 dagen voor het begin van de huur door de verhuurder zijn ontvangen, zonder kosten voor de ontvanger. In het geval van boekingen op korte termijn (minder dan 20 dagen voor de huurdatum), dient de huurprijs onmiddellijk na voltooiing van het boekingsproces te worden betaald.

6. BORG

  • 6.1 De Huurder dient aan het Verhuurbedrijf een borg van € 1.000,00 te betalen. De borg moet uiterlijk bij het ophalen van het voertuig per creditcard worden betaald. Betaling van de borgsom met een prepaid creditcard op kredietbasis of contant is niet mogelijk. Als je niet in het bezit bent van een creditcard, laat dit dan weten bij het reserveren van het voertuig. Het verhuurbedrijf kan weigeren het voertuig te overhandigen als u geen creditcard voor de borg overhandigt, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
  • 6.2 Nadat het voertuig in perfecte staat is teruggebracht, worden de vorderingen voor borg geannuleerd en wordt het borgbedrag geretourneerd of terugbetaald.
  • 6.3 Het gehuurde object wordt alleen overgedragen als de overeengekomen borg is betaald naast een vooraf te betalen huur.

7. OVERDRACHT, TERUGKEER

  • 7.1 Het gehuurde voertuig wordt op de contractueel overeengekomen dag overgedragen aan de Huurder. De staat van het voertuig wordt door de partijen zowel bij de overhandiging als bij de teruggave geregistreerd en in het proces-verbaal bevestigd door middel van een handtekening. Het protocol voor de overdracht van het voertuig maakt integraal deel uit van het contract.
  • 7.2 De Huurder is verplicht om voor aanvang van de reis deel te nemen aan een gedetailleerde voertuigbriefing door de stationsmedewerker van het Verhuurbedrijf. Het verhuurbedrijf kan weigeren het voertuig over te dragen zolang de briefing niet heeft plaatsgevonden. Vertraging in de overdracht waarvoor Huurder verantwoordelijk is, is voor rekening van Huurder.
  • 7.3 Als er geen voertuig van de geboekte voertuiggroep beschikbaar is of als het individueel geboekte voertuig niet kan worden geleverd door de verhuurder, behoudt de verhuurder zich het recht voor om een voertuig van vergelijkbare grootte en uitrusting of een groter voertuig ter beschikking te stellen. Dit zal niet leiden tot extra huurkosten voor de Huurder. Als een kleiner voertuig wordt aangeboden en geaccepteerd door de Huurder, zal het verschil in prijs tussen de twee voertuigen worden terugbetaald.
  • 7.4 De overdracht vindt plaats van maandag tot en met vrijdag van 14.00 tot 17.00 uur, of op afspraak. De teruggave is van maandag tot vrijdag 9-12 uur, op zaterdagen + zondagen en feestdagen is geen heen- of teruggave mogelijk. De dag van overdracht en de dag van terugbrengen worden samen als één dag in rekening gebracht.
  • 7.5 De Huurder is verplicht om het voertuig aan het einde van de overeengekomen huurperiode op de overeengekomen locatie en op de in artikel 7.4 vermelde tijdstippen in te leveren in een staat die in overeenstemming is met het contract en om de inlevering uit te voeren met een medewerker van het station. Voorafgaand aan de teruggave van het voertuig moet het door de Huurder perfect zijn schoongemaakt van binnen. Als dit niet het geval is, draagt de Huurder de gemaakte schoonmaakkosten ten bedrage van 50 euro. Als het toilet ook gedeeltelijk of volledig moet worden schoongemaakt door de huurder, moet de huurder 150€ schoonmaakkosten betalen. De inlevering van het voertuig wordt bevestigd door ondertekening van het inleverprotocol.
  • 7.6 Verhuurder is niet verplicht tot restitutie bij te laat ophalen van het voertuig of te vroeg inleveren van het voertuig, tenzij er sprake is van een fout van Verhuurder.
  • 7.7 De voertuigen worden met een volle tank overhandigd en moeten met een volle tank worden ingeleverd. (Zie paragraaf 3.6)

8. VERBODEN GEBRUIK, ZORGPLICHT, ROOKVERBOD, MEENEMEN VAN DIEREN

  • 8.1 Het is de Huurder verboden het voertuig te gebruiken: Deel te nemen aan motorsportwedstrijden en voertuigtests; Licht ontvlambare, giftige of anderszins gevaarlijke stoffen te vervoeren; Strafbare feiten te plegen, zelfs als deze alleen strafbaar zijn volgens de wet van de plaats van de overtreding; Het voertuig onder te verhuren of passagiers commercieel te vervoeren; Te rijden op terrein dat daar niet voor bedoeld is.
  • 8.2 Het voertuig moet zorgvuldig en correct worden behandeld en in elk geval goed worden afgesloten. De relevante voorschriften en technische regels voor het gebruik van het voertuig moeten worden nageleefd. De bedrijfstoestand, in het bijzonder het olie- en waterpeil en de bandenspanning, moet worden gecontroleerd. De Huurder verplicht zich om regelmatig te controleren of het gehuurde zich in verkeersgeschikte toestand bevindt.
  • 8.3 Alle voertuigen zijn rookvrije voertuigen; roken is dus niet toegestaan in het hele voertuig. Bij niet-naleving worden alle kosten voor reiniging met speciale apparatuur in rekening gebracht aan de Huurder.
  • 8.4 Huisdieren mogen met uitdrukkelijke toestemming van het verhuurbedrijf worden meegenomen. Het voertuig moet daarna grondig worden gereinigd, in het bijzonder moeten alle dierenharen worden verwijderd. Schoonmaakkosten die voortvloeien uit het niet naleven hiervan zijn voor rekening van de Huurder.
  • 8.5 Bij bewezen overtreding van de bepalingen in de bovenstaande artikelen 8.1, 8.2 en 8.3 kan de verhuurder de huurrelatie zonder opzegtermijn beëindigen.

9. HOOFDADVERTENTIE

  • 9.1 Schadeclaims van Huurder voor gebreken waarvoor Verhuurder niet verantwoordelijk is, zijn uitgesloten.
  • 9.2 Huurder moet het verhuurdepot onmiddellijk in kennis stellen van gebreken aan het gehuurde voertuig of de uitrusting daarvan die na aanvang van de huurperiode worden ontdekt.
  • 9.3 Huurder moet eventuele claims voor diensten die niet conform de overeenkomst door verhuurder zijn geleverd binnen een maand na de contractueel overeengekomen inlevering van het voertuig schriftelijk aan verhuurder melden. Na het verstrijken van de termijn kunnen claims alleen worden ingediend als er geen schuld is aan het niet naleven van de termijn.

10. GEDRAG BIJ ONGEVALLEN

  • 10.1 In geval van een ongeluk, brand, diefstal, wildschade of andere schade moet de Huurder onmiddellijk de politie waarschuwen en inschakelen. Tegenstrijdige claims mogen niet worden erkend.
  • 10.2 Huurder is verplicht het voorval onmiddellijk telefonisch, per fax of per e-mail aan Verhuurder te melden.
  • 10.3 Huurder verstrekt Verhuurder een gedetailleerd schriftelijk rapport, inclusief een schets, ook in geval van lichte schade. Als Huurder – om welke reden dan ook – nalaat het rapport op te stellen en de verzekeringsmaatschappij daarom weigert de schade te vergoeden, is Huurder verplicht de schade in die mate te vergoeden. Voor het opstellen van het rapport moet gebruik worden gemaakt van het formulier dat bij de voertuigdocumenten is gevoegd en dat volledig moet worden ingevuld. In het bijzonder moeten de namen en adressen van de betrokken personen, eventuele getuigen en de registratienummers van de betrokken voertuigen worden vermeld. Het originele, volledig ingevulde en ondertekende ongevalsrapport moet uiterlijk bij het inleveren van het voertuig aan de verhuurder worden overhandigd.

11. REPARATIES, VERVANGEND VOERTUIG

  • 11.1 Reparaties die noodzakelijk zijn om de bedrijfs- en verkeersveiligheid van het voertuig te waarborgen, kunnen zonder meer door de huurder worden besteld tot een bedrag van € 100, grotere reparaties alleen met toestemming van de verhuurder. Noodzakelijke reparaties aan slijtageonderdelen van de camperuitrusting tot een bedrag van € 50 kunnen zonder meer worden uitgevoerd.
  • 11.2 De verhuurder vergoedt de reparatiekosten op vertoon van de originele bonnen en de vervangen onderdelen, voor zover de huurder niet aansprakelijk is voor de schade. Bandenschade valt buiten deze regeling.
  • 11.3 Als Huurder een defect aan het voertuig ontdekt en nalaat een op zich noodzakelijke reparatie uit te voeren, moet Huurder de Verhuurder niettemin onverwijld van het defect op de hoogte stellen en een redelijke termijn voor de reparatie in acht nemen. Landspecifieke omstandigheden (bijvoorbeeld infrastructuur) die de reparatie vertragen komen niet voor rekening van de verhuurder.
  • 11.4 Als de camper buiten de schuld van de huurder wordt vernield of als voorzienbaar is dat het gebruik ervan voor onredelijke tijd zal worden verhinderd of ontnomen, is de verhuurder gerechtigd de huurder binnen een redelijke termijn een gelijkwaardig vervangend voertuig ter beschikking te stellen. Als de Verhuurder een gelijkwaardig vervangend voertuig ter beschikking stelt, is opzegging door de Huurder op grond van artikel 543, subsectie II, nr. 1 van het Duits Burgerlijk Wetboek (BGB) uitgesloten. Als de verhuurder in dit geval een camper van een lagere prijsgroep aanbiedt en de huurder deze accepteert, zal de verhuurder het prijsverschil met de reeds door de huurder vooruitbetaalde huurprijs aan de huurder vergoeden.
  • 11.5 Als de camper door de schuld van de huurder wordt vernield of als te voorzien is dat het gebruik ervan door de schuld van de huurder voor een onredelijke periode zal worden verhinderd of ontnomen, kan de verhuurder weigeren een vervangend voertuig ter beschikking te stellen. In dit geval is beëindiging van de huurovereenkomst door de huurder op grond van artikel 543 lid II nr. 1 BGB uitgesloten. Als de verhuurder er toch mee instemt om op verzoek van de huurder een vervangend voertuig ter beschikking te stellen, kan hij de huurder de gemaakte transferkosten in rekening brengen.

12. BUITENLANDSE REIZEN

  • 12.1 Rijden naar het buitenland binnen Europa en de EVA-staten Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein is toegestaan. Voor reizen naar andere landen is schriftelijke toestemming van de verhuurder vereist. Reizen naar oorlogs- en crisisgebieden zijn verboden. De Huurder/Bestuurder moet zich informeren over de verkeersregels en wetten van de landen die tijdens de huurperiode worden bezocht en van de transitlanden en moet zich houden aan de verkeersregels die in elk geval van toepassing zijn.
  • 12.2 De Huurder kan zich voor aanvang van de reis laten registreren bij de verantwoordelijke tolkantoren in het land van bestemming, zodat de Huurder rechtstreeks wordt gefactureerd.
  • 12.3 Voor ritten in Oostenrijk met voertuigen met een totaalgewicht van meer dan 3500 kg is een Go-Box vereist. Deze moet worden gehuurd bij de aangewezen verkooppunten en moet bij het verlaten van het land worden ingeleverd. De huurder is verplicht om de Go-Box correct te registreren. Verhoogde kosten zoals vervangende tol en boetes worden aan de huurder in rekening gebracht, het verhuurbedrijf behoudt zich het recht voor om administratiekosten van € 15 in rekening te brengen. Als de Go-Box door het verhuurbedrijf wordt verstrekt, moet deze in het voertuig worden achtergelaten. De tol wordt dan gefactureerd door het verhuurbedrijf en in rekening gebracht bij de huurder.

13. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VERHUURDER, DE HUURDER, UITGEBREIDE VERZEKERING

  • 13.1 De verhuurder is onbeperkt aansprakelijk voor opzet en grove nalatigheid. In geval van eenvoudige nalatigheid is de verhuurder alleen aansprakelijk en beperkt tot de voor het contract typische voorzienbare schade als een verplichting wordt geschonden waarvan de nakoming van bijzonder belang is voor het bereiken van het doel van het contract (kardinale verplichting). Deze aansprakelijkheidsnorm geldt ook voor gevallen van verhindering tot nakoming bij het afsluiten van het contract.
  • 13.2 De bovenstaande aansprakelijkheidsbeperkingen en -uitsluitingen gelden niet voor aanspraken volgens de productaansprakelijkheidswet en in het geval van schade als gevolg van letsel aan leven, lichaam, gezondheid of vrijheid.
  • 13.3 Vorderingen die op grond van artikel 13.1 niet zijn uitgesloten, maar slechts een beperkte omvang hebben, verjaren na één jaar, te rekenen vanaf het einde van het jaar waarin de vordering is ontstaan en de schuldeiser op de hoogte raakte van de omstandigheden die tot de vordering leiden en van de persoon van de schuldenaar of zonder grove nalatigheid op de hoogte had moeten zijn. Met uitzondering van vorderingen tot schadevergoeding op grond van letsel aan leven, lichaam, gezondheid of vrijheid en vorderingen op grond van de Wet Productaansprakelijkheid, verjaren vorderingen tot schadevergoeding na vijf jaar, te rekenen vanaf het einde van het jaar waarin de vordering is ontstaan, ongeacht of de schuldeiser op de hoogte was of door grove nalatigheid niet op de hoogte was.
  • 13.4 In geval van vakantieverlies of vakantiebeperking door gebreken aan het voertuig is de verhuurder aansprakelijk tot een maximumbedrag van 1,5 keer de huurprijs.
  • o 13.5 Mededeling volgens § 36 van de wet op de beslechting van consumentengeschillen (VSBG): De contractpartner neemt niet deel aan een geschillenprocedure voor een arbitragecommissie voor consumentenzaken in de zin van de VSBG en is hiertoe niet verplicht.
  • 13.6 De Verhuurder vrijwaart de Huurder tegen aansprakelijkheid volgens de principes van een omniumverzekering voor zowel gedeeltelijke als volledige schade met een eigen risico van € 1.000,00 per schadegeval ten laste van de Huurder. Het betreffende eigen risico kan niet worden uitgesloten. De Huurder kan een externe verzekering afsluiten om de aansprakelijkheid te beperken.
  • 13.7 De vrijwaring van aansprakelijkheid onder Clausule 13.6 geldt niet als de Huurder opzettelijk of door grove nalatigheid schade heeft veroorzaakt.
  • 13. 8 Daarnaast is de Huurder aansprakelijk voor verwijtbaar veroorzaakt letsel in de volgende gevallen: als de schade is veroorzaakt door drugs- of alcoholgerelateerd rijgedrag onder invloed; als de Huurder of de bestuurder aan wie de Huurder het voertuig heeft overgelaten een vluchtmisdrijf pleegt; als de Huurder in strijd met zijn verplichting nalaat de politie te bellen bij een ongeval, tenzij het plichtsverzuim geen invloed heeft gehad op het vaststellen van de oorzaak van de schade of de hoogte van de schade; indien Huurder andere plichten verzuimt, tenzij het verzuim geen invloed heeft gehad op de vaststelling van de oorzaak van de schade of de hoogte van de schade; indien schade het gevolg is van verboden gebruik; indien schade het gevolg is van het niet nakomen van een verplichting; indien schade is veroorzaakt door een onbevoegde bestuurder aan wie Huurder het voertuig heeft toevertrouwd; indien schade het gevolg is van het niet in acht nemen van de voertuigafmetingen (hoogte, StVO-bord 265, breedte StVO-bord 264 of de bijbehorende nationale borden); indien schade het gevolg is van het niet in acht nemen van de beladingsvoorschriften.
  • 13.9 Om een verhoging van de kosten als gevolg van de schade-expertisekosten te voorkomen, kan Lessor in geval van ongevalsschade op verzoek eerst voorbeeldfacturen voor overeenkomstige schade aan Lessee overleggen.
  • 13.10 Huurder is aansprakelijk voor alle kosten, tolgelden, boetes en dwangsommen die in verband met het gebruik van het voertuig worden gemaakt en waarvoor Verhuurder aansprakelijk wordt gesteld, tenzij deze te wijten zijn aan de schuld van Verhuurder. De Verhuurder zal de gemaakte kosten, heffingen, boetes en boetes vooraf betalen om te voorkomen dat de termijn wordt overschreden en achteraf aan de Huurder moet worden gefactureerd. De verhuurder behoudt zich het recht voor om een forfaitaire administratiekost van 15 € aan te rekenen.
  • 13.11 Meerdere huurders zijn hoofdelijk aansprakelijk.

14. OPSLAG EN OPENBAARMAKING VAN PERSOONLIJKE GEGEVENS

  • 14.1 De Huurder gaat ermee akkoord dat de Verhuurder zijn persoonsgegevens opslaat.
  • 14.2 Verhuurder mag deze gegevens via de centrale waarschuwingsring doorgeven aan derden die er een gerechtvaardigd belang bij hebben als de bij de huur opgegeven gegevens op wezenlijke punten onjuist zijn of als het gehuurde voertuig niet binnen 24 uur na het verstrijken van de eventueel verlengde huurtermijn wordt terugbezorgd, of als huurvorderingen in rechte geldend moeten worden gemaakt of door huurder afgegeven cheques niet worden gehonoreerd. Bovendien kunnen de gegevens worden doorgegeven aan alle autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de vervolging van administratieve overtredingen en strafbare feiten als de huurder zich daadwerkelijk oneerlijk heeft gedragen of als er voldoende aanwijzingen hiervoor zijn. Dit zal bijvoorbeeld gebeuren in geval van valse huurgegevens, het voorleggen van valse of verloren identiteitsdocumenten, het niet inleveren van het voertuig, het niet melden van een technisch mankement, verkeersovertredingen, enz.
  • 14.3 Kopieën van het identiteitsbewijs worden op verzoek aan de Huurder teruggegeven na afloop van de huurperiode.

15. GPS-TRACKING VAN DE VOERTUIGEN

  • 15.1 De voertuigen van Verhuurder kunnen worden uitgerust met een GPS volgsysteem. De verzamelde gegevens worden uitsluitend gebruikt ter voorkoming van strafbare feiten, voor lokalisatie bij verdenking van verduistering en bij te late inlevering.
  • 15.2 De Voertuigen kunnen worden uitgerust met voertuiglokalisatiesystemen, volgsystemen om het Voertuig te lokaliseren in geval van een ongeval, diefstal/misbruik. Er kan te allen tijde een verzoek worden ingediend om het systeem te testen of om welke reden dan ook, maar vooral bij te late inlevering.

16. VINDINGEN

  • 16.1 Gevonden voorwerpen worden minstens 2 maanden bewaard en daarna vernietigd. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor verloren voorwerpen en persoonlijke bezittingen, zelfs niet tijdens de opslagperiode.

17. RECHTSGEBIED

  • 17.1 For all disputes arising from or in connection with the rental contract for the vehicle, the place of jurisdiction of the Rental Firm is agreed.